Natuurinclusieve landbouw |

Twee agrarisch bedrijven leggen agroforestry proefperceel aan

De afgelopen maand zijn twee agroforestry proefpercelen aangelegd: bij boerderij De Oude Ruif in Stoutenburg en bij boerderij Het Binnenveld in Rhenen. Beide boerderijen legden noten- en fruitbomen aan. Ze zijn ondersteund door de Natuur en Milieufederatie Utrecht en partners.

 

Veel boeren willen wel aan de slag met agroforestry, maar zijn niet klaar om het hele bedrijfsmodel daarop aan te passen. Door de hulp met een proefperceel aanleggen kunnen de ondernemers klein beginnen en experimenteren met elementen van agroforestry.

Meer zekerheid voor de toekomst

Maurits en Yvonne Herder van boerderij de Oude Ruif legden op een stuk grond van 0,8 hectare een oogsttuin aan met verschillende bessenstruiken, zoals braam, framboos en honingbes, en bomen, zoals pruim-, peer- en appelbomen. Deze zijn in rijen aangeplant zodat de kippen er tussendoor kunnen scharrelen.

“We hopen ons bedrijf meer fundament te kunnen geven door te werken met agroforestry en zo ook meer zekerheid voor de toekomst te krijgen.”

 

“Van onze zoon weten we al jaren dat hij graag de boerderij zou willen overnemen. Dit gaf ons vaak een dubbel gevoel omdat we heel graag zouden willen dat die droom van hem waar gaat worden, maar niet konden beloven dat dit echt werkelijkheid gaat worden. Nu onze dochter recent ook heeft aangeven wel een toekomst te zien in het bedrijf samen met haar broer zijn we hard gaan nadenken hoe we dit waar kunnen gaan maken. En toen kwam deze kans op ons pad, die we met vol enthousiasme aangrijpen. We vinden het ook belangrijk om ons in te zetten voor biodiversiteit en educatie hierover voor burgers.”

Agroforestry

Agroforestry is een duurzaam landbouwsysteem waarin houtige gewassen zoals notenbomen en bessenstruiken gecombineerd worden met akkerbouw of veeteelt. Het biedt vele ecologische voordelen: van verbetering van de waterhuishouding en bodemleven tot het bevorderen van dierenwelzijn. Daarnaast draagt agroforestry bij aan de economische weerbaarheid van het boerenbedrijf, bijvoorbeeld door de verkoop van noten en fruit of vergoedingen voor ecosysteemdiensten.